Retraite voor studentbroeders

Het eerste weekend van de Veertigdagentijd: de broeders in vorming, inclusief hun kersverse magister, lasten een korte retraite in. Wij zijn naar Abdij St. Benedictusberg geweest, een benedictijnenabdij bij Vaals in Limburg.

Hier woont een gemeenschap met een intens gebedsleven: om kwart voor vijf beginnen de Metten, daarna volgen al snel Lauden en Priem en zo zijn we bijna drie uur in de kerkbanken aan het bidden. De Terts en Mis duren nog eens zo’n twee uur. Tussen de Sext en Noon is er klein uurtje voor een siësta, daarna voelt het bijna aan als even wachten op de Vespers. Om half negen sluit de dag met de Completen. In plaats van dat de gebeden de dag doorbreken is het hier eerder dat de dag af en toe het gebed onderbreekt. Alle gebeden zijn in het Latijn, in een ruimte die ontdaan is van alle overbodige dingen: hier gaat het maar om een ding en dat is Laus Deo.

Zo’n gebedsleven is wat anders dan wat wij doen (namelijk, het Romeins brevier in het Nederlands) en het kan even wennen zijn. Maar als dominicanen zijn we niet vies van contemplatie en een paar dagen geconcentreerd onderdompelen in het benedictijnse ritme is heerlijk. Het vernieuwt, verrijkt, verscherpt de geest, doet je tot inkeer komen tot de essentie van waarom we voor dit leven hebben gekozen.

Een monnik van Vaals begeleidde onze retraite. Hij gaf overwegingen aan de hand homilies van St. Bernardus van Clairvaux op het Hooglied om de intieme ontmoeting met Jezus weer voor de geest te halen. Uiteraard was hij ook beschikbaar voor een persoonlijk gesprek en het sacrament van verzoening. Andere monniken kwamen ook af en toe even kijken naar die mannen in het wit, zo afstekend bij hun eigen zwarte habijt. We hebben de vreugde van het contemplatieve leven menig maal kunnen aflezen in de goedlachse gezichten en de vrolijke praatjes van de monniken. 

Na een warm en broederlijk afscheid reden we nog langs het Drielandenpunt, voor Br. Francis en Br. Pawel een nieuwigheid. Met flarden van psalmen en antifonen nog door het hoofd zingend, kwamen we weer in Rotterdam aan.

Deel dit bericht